
71
Gedetailleerde instellingen voor de functies ([EDIT])
Edit Mode
Pedal-, [CONTROL]-knop- en
Equalizer-instellingen
(Control/EQ)
U kunt de functies toegewezen aan de pedalen en aan de
[CONTROL]-knop, alsook de equalizer-instellingen wijzigen.
Hoe maakt u de instellingen
1. Druk op [EDIT] zodat de indicator oplicht.
Het Edit Menu-scherm verschijnt.
fig.Editmenu1.eps_150
2. Selecteer Ò2.Control/EQÓ met CURSOR [ ]/[ ].
3. Roep het Edit-scherm op met CURSOR [ ].
fig.conteq1.eps_150
fig.conteq2.eps_150
4. Blader door de schermen met CURSOR [ ] en [ ], en
plaats met CURSOR [ ] en [ ] de cursor op de
parameter die u wil instellen.
5. Stel de waarde in met [INC/YES] en [DEC/NO].
6. Wanneer u klaar bent met de instellingen, druk dan op
[EDIT], zodat de indicator uitgaat.
U keert terug naar het Tone-scherm.
Functies toewijzen aan pedalen
(FC1/FC2)
Deze instelling bepaalt de functie van de pedaalschakelaars
of expressiepedalen (bv. de EV-5) die aangesloten zijn op de
FC1 en FC2 jacks op het achterpaneel.
Para-
meter
Waarde Functie/Gewijzigde instelling
FC1
FC2
OFF Geen aansturing
CC01-CC31,
CC33-CC95
Controller Numbers 1Ð31,
33Ð95
96:
PITCH
BEND
Hetzelfde effect (pitch bend)
als wanneer u de bender naar
links of rechts beweegt.
97: AFTER
TOUCH
After Touch
98: OCT-UP
Met elke druk op de pedaal
schuift de key range een octaaf
hoger (max. 3 octaven).
99: OCT-
DOWN
Met elke druk op de pedaal
schuift de key range een octaaf
lager (max. 3 octaven).
100:
START/
STOP
Start/Stopt de externe
sequencer.
101:
TAP TEMPO
Het tempo wordt aangepast
aan het interval waarmee u de
pedaal indrukt.
102:
RHY
PLY/STP
Starts en stopt ritmes (p. 49).
103:
RHYTHM
TYPE
Switcht tussen de variaties van
het ritme (p. 80).
104:
ARPEGGIO
SW
Dezelfde functie als [ARPEG-
GIO]. Schakelt de Arpeggio
(p. 47) in en uit.
105:
MFX
ON/OFF
Dezelfde functie als MULTI
EFFECTS [ON/OFF]. Schakelt
de multi-effecten (p. 51) in en
uit.
106:
CONTROL
SRC
Dezelfde MIDI-boodschappen
als de Src-instellingen (p. 72)
verzenden.
Comentarios a estos manuales