
15
Oefenen
In deze modus schakelt het metronoomgeluid tussen hoog en laag volume naar gelang van de
geselecteerde variant (het geluid is bijna onhoorbaar bij een laag volume).
Deze cyclus wordt herhaald tot u op de [START/STOP]-toets drukt om de oefening te stoppen.
1. Druk meermaals op de [COACH]-toets om ‘ ’ te selecteren.
2. Druk op de toets [+] of [-] om een variant te selecteren.
3. Druk op de [START/STOP]-toets om de oefening te starten.
4. Als u klaar bent, drukt u nogmaals op de [START/STOP]-toets.
* Om het tempo tijdens de oefening te wijzigen, drukt u op de toets [+] of [-].
AUTO UP/DOWN is ontwikkeld om uw uithoudingsvermogen te verbeteren door de snelheid
van de metronoom te verhogen en dan te verlagen. Het tempo neemt toe tot de waarde is bereikt
die u hebt ingesteld. Daarna neemt het tempo af tot het aanvangstempo is bereikt. Dat wordt
herhaald tot u op de [START/STOP]-toets drukt.
1. Druk meermaals op de [COACH]-toets om ‘ ’ te selecteren.
2. Druk op de toets [+] of [-] om een variant te selecteren.
3. Druk op de [START/STOP]-toets om de oefening te starten.
4. Als u klaar bent, drukt u nogmaals op de [START/STOP]-toets.
* Als u het tempo hoort tikken, kunt u de gewenste maximumwaarde instellen door op [-] te drukken zodra het
gewenste tempo is bereikt. Om de maximumwaarde te wissen, drukt u op [+] (standaardwaarde: 300).
* Als u selecteert, is de maximumwaarde van het tempo vastgesteld op 300.
QUIET COUNT
Cyclus van 1 maat
Cyclus van 2 maten
Cyclus van 4 maten (standaardinstelling)
Cyclus van 8 maten
Cyclus van 3 (met) plus 1 (stil)
Cyclus van 6 (met) plus 2 (stil)
AUTO UP/DOWN
Het tempo stijgt/daalt op elke tel met 1 BPM.
Het tempo stijgt/daalt om de twee tellen met 1 BPM.
(standaardinstelling)
Het tempo stijgt/daalt om de acht maten met 2 BPM.
Het tempo stijgt/daalt om de acht maten met 5 BPM.
Het tempo stijgt/daalt om de acht maten. De mate waarin het tempo verandert,
neemt toe naarmate het tempo stijgt.
* Als u het tempo van de metronoom wijzigt, start het tempo op het punt dat het
dichtst bij de voorgeprogrammeerde starttempo’s ligt.
Dit is de ‘Speed Check’. Als u acht maten lang correct speelt, zal het tempo met 5
BPM toenemen.
Dat gaat zo door tot het maximumtempo van de metronoom wordt bereikt.
De oefening begint na een aftelling van twee maten.
* Als u het fragment precies speelt, knippert de indicator viermaal op het scherm.
Het tempo stijgt dan met 5 BPM.
Als u niet nauwkeurig speelt, knippert de indicator tweemaal. Het tempo blijft
dan ongewijzigd gedurende de volgende acht maten.
Wat is BPM?
BPM is een afkorting van
‘Beats Per Minute’ (het aantal
tellen van een kwartnoot per
minuut). Het betekent ook
‘tempo’.
Hiermee kunt u controleren
welke tempo’s lastig voor u
zijn.
Als Speed Check is
geactiveerd, wordt de timing
van de noten en de
moeilijkheidsgraad bepaald
door de instellingen van Time
Check (p. 14).
Comentarios a estos manuales