
4
BELANGRIJKE OPMERKINGEN
291a
Behalve de punten onder ‘VEILIG GEBRUIK VAN HET TOESTEL’ op pagina 2–3 moet u ook het volgende lezen en naleven:
Stroomvoorziening en gebruik van
batterijen
301
• Sluit dit toestel niet aan op een stopcontact dat al gebruikt wordt
door een apparaat met een omvormer (zoals een koelkast,
wasmachine, magnetron of airco) of met een motor. Naar gelang
van de manier waarop dit elektrische apparaat wordt gebruikt,
kan de stroombron storingen of een hoorbare brom veroorzaken.
Als het niet haalbaar is om een apart stopcontact te gebruiken,
sluit dan een ontstoringsfilter aan tussen dit toestel en het
stopcontact.
302
• De adapter zal bij langdurig, ononderbroken gebruik opwarmen.
Dat is normaal, dus u hoeft zich geen zorgen te maken.
303a
• Het gebruik van een adapter is aanbevolen, aangezien het
stroomverbruik van het toestel relatief hoog is. Als u batterijen
verkiest, gebruik dan liefst alkalinebatterijen.
304a
• Als u batterijen plaatst of vervangt, schakel dan altijd eerst het
toestel uit en koppel alle andere aangesloten apparaten los. Zo
voorkomt u defecten en/of schade aan luidsprekers of andere
apparaten.
306b
• Bij het toestel wordt een batterij geleverd. De levensduur van
deze batterij kan echter beperkt zijn, want ze is vooral bedoeld
om het toestel te testen.
307
• Voor u dit toestel op andere apparaten aansluit, moet u alle
toestellen uitzetten. Zo voorkomt u defecten en/of schade aan
luidsprekers of andere apparaten.
Plaatsing
351
• Het gebruik van dit toestel vlak bij versterkers (of andere
apparaten met grote stroomtransformators) kan een brom veroor-
zaken. In dat geval kunt u het toestel anders richten of verder van
de bron van interferentie weg plaatsen.
352a
• Dit toestel kan de ontvangst van radio of televisie verstoren.
Gebruik dit toestel niet in de buurt van dergelijke ontvangers.
352b
• Er kan storing optreden als apparaten voor draadloze communi-
catie, zoals mobiele telefoons, in de buurt van dit toestel gebruikt
worden. Deze storingen kunnen voorkomen bij een inkomende of
uitgaande oproep, of tijdens het gesprek. Als u dit probleem hebt,
kunt u de draadloze apparaten verder uit de buurt van het toestel
plaatsen of uitschakelen.
354a
• Stel het toestel niet aan direct zonlicht bloot, zet het niet naast een
warmtebron, laat het niet in een afgesloten voertuig staan of stel
het op geen enkele andere manier aan extreme temperaturen
bloot. Overmatige hitte kan het toestel vervormen of verkleuren.
355b
• Als het toestel verplaatst wordt naar een plek waar de tempe-
ratuur en/of vochtigheid erg verschillend is, kunnen zich
druppeltjes (condensatie) in het toestel vormen. Schade of
storingen kunnen het gevolg zijn, als u het toestel in deze
toestand gebruikt. Laat daarom het toestel een aantal uren staan
voor u het gebruikt, tot de condensatie volledig verdampt is.
Onderhoud
401a
• Voor een gewone schoonmaakbeurt gebruikt u een zachte, droge
doek, eventueel licht bevochtigd met water. Voor hardnekkig vuil
gebruikt u een doek met een mild, niet-agressief detergent. Veeg
daarna het toestel goed droog met een zachte, droge doek.
402
• Gebruik nooit benzine, verdunners, alcohol of eender welk oplos-
middel, om mogelijke verkleuring en/of vervorming te
vermijden.
Herstellingen en data
452
• Houd er rekening mee dat de data in het geheugen van het toestel bij
een herstelling gewist kunnen worden. Belangrijke data moet u altijd
op papier noteren (indien mogelijk). Bij reparaties wordt het nodige
gedaan om dataverlies te vermijden. Helaas is het soms onmogelijk
om data te herstellen (bv. als de schakelingen van het geheugen zelf
defect zijn). Roland Corporation wijst elke verantwoordelijkheid
voor dergelijk gegevensverlies af.
Verdere voorzorgen
551
• Onthoud dat de inhoud van het geheugen onherroepelijk verloren
kan gaan als gevolg van een defect of verkeerd gebruik van het
toestel. Om het risico te vermijden dat u belangrijke gegevens zou
verliezen, raden we aan dat u die gegevens noteert.
552
• Gegevens die in het geheugen opgeslagen werden, kunnen jammer
genoeg niet hersteld worden als ze eenmaal gewist zijn. Roland
Corporation wijst elke verantwoordelijkheid voor dergelijk
gegevensverlies af.
553
• Let op bij het gebruik van toetsen, schuifknoppen en andere
bedieningsorganen, en bij het gebruik van jacks en aansluitingen.
Een ruw gebruik kan defecten veroorzaken.
554
• Sla of druk nooit hard op het scherm.
556
• Neem bij het aansluiten en loskoppelen van alle kabels steeds de
connector zelf vast — trek nooit aan de kabel. Zo voorkomt u
kortsluitingen of schade aan interne elementen van de kabel.
558a
• Om uw buren niet te storen, probeert u het volume best op een
redelijk niveau te houden. U kunt ook een hoofdtelefoon
gebruiken, zodat u zich geen zorgen hoeft te maken over de
mensen rondom u (vooral later op de avond).
558d
• Dit instrument is ontworpen om bij het bespelen zo weinig
mogelijk externe geluiden te produceren. Toch kunnen geluidsvi-
braties sterker door vloeren en muren heen dringen dan
verwacht. Let daarom op dat die geluiden uw buren niet storen,
vooral als u ’s nachts speelt of een hoofdtelefoon gebruikt.
559a
• Als u het toestel gaat vervoeren, verpak het dan indien mogelijk
in oorspronkelijke verpakking (inclusief vulling). Anders dient u
voor een gelijkaardige verpakking te zorgen.
562
• Gebruik een kabel van Roland om de verbinding te maken. Als u
een kabel van een andere producent gebruikt, neem dan de
volgende voorzorgen:
• Sommige verbindingskabels hebben een weerstand. Gebruik
geen kabels met een weerstand om dit toestel aan te sluiten.
Bij het gebruik van een dergelijke kabel kan het geluidsniveau
erg laag of onhoorbaar zijn. Contacteer de producent van de
kabel voor meer informatie over de specificaties van de kabel.
Comentarios a estos manuales