
29
2. Eigen geluiden programmeren
Referentiehandboek
8. Druk op [F6] (EXCHANGE) om het commando uit te voe-
ren.
Het display beeldt nu even de melding “NOW
EXCHANGING” af.
9. Druk twee keer op [EXIT] om terug te keren naar de Play-
pagina.
EZ Edit: snelle manier om
Patches te editen
Met de volgende stappen kunt u het geluid in een mum
van tijd naar uw hand zetten door vier parameters (DRIVE,
TONE, MOD, DELAY) in te stellen. Deze parameters
komen vooral van pas wanneer u een bestaande Patch
maar op bepaalde punten wilt wijzigen. De Preset-gelui-
den zijn in verschillende “Types” onderverdeeld waar-
voor er telkens verschillende “Colors” (klankkleuren)
bestaan.
1. Druk op [EZ≈EDIT] om naar de gelijknamige pagina te
gaan.
2. Druk op [F1] (TYPE) en kies met de [VALUE]-regelaar het
benodigde geluidstype.
* Als u hier “PATCH DATA” kiest, kunt u de momenteel geselec-
teerde Patch editen.
3. Druk op [F4] (COLOR) en kies met de [VALUE]-regelaar het
benodigde geluid (“Color”).
* Als u voor TYPE “PATCH DATA” gekozen hebt, is de COLOR-
parameter niet beschikbaar.
4. Druk op [F2] (DRIVE) en stel met de [VALUE]-regelaar de
vervormingsgraad of de lengte van de Sustain in.
* Als u voor TYPE en DRIVE “PATCH DATA” kiest, dan komen
de vervorming en de Sustain overeen met de instellingen van de
momenteel gekozen Patch.
5. Druk op [F3] (TONE) en stel met de [VALUE]-regelaar de
benodigde klankkleur in.
* Als u voor TYPE en TONE “PATCH DATA” kiest, wordt de
klankkleur van de gekozen Patch overgenomen.
6. Druk op [F5] (MOD) en stel met de [VALUE]-regelaar de
intensiteit van het modulatie-effect in.
* Als u TYPE en MOD op “PATCH DATA” zet, worden de modu-
latie-instellingen van de gekozen Patch overgenomen.
7. Druk op [F6] (DELAY) en stel met de [VALUE]-regelaar het
galmaandeel van de klank in.
* Zet TYPE en DELAY op “PATCH DATA” om de galminstellin-
gen van de gekozen Patch over te nemen.
8. Bent u tevreden met het ingestelde geluid, dan zou u het
nu moeten opslaan om het later nog eens te kunnen
gebruiken. Zie hiervoor blz. 28.
* Wilt u de instellingen niet opslaan, dan drukt u gewoon op [EXIT]
om terug te keren naar de Play-pagina.
Geavanceerde werkwijze
voor het programmeren
■
COSM GUITAR-parameters
Ziehier de parameters waarmee u het benodigde gitaarge-
luid instelt.
1. Druk op [COSM≈GUITAR].
2. Druk op [F1] (ON/OFF) om de COSM GUITAR-sectie in
of uit te schakelen.
* Hetzelfde bereikt u door aan de [VALUE]-regelaar te draaien.
3. Druk op [F4] (TYPE) en kies met de [VALUE]-regelaar het
benodigde COSM GUITAR-type (zie ook blz. 37). Zoals u
ziet, praten we hier niet louter over “gitaren”:
4. Druk op PAGE [®].
2,3,4,5,6,7
1
2
3 76
4 5
•VARI GT •ACOUSTIC •NYLON STRINGS
•OPEN TUNE •12STRINGS •PD SHIFT
•POLY DIST •POLY COMP •POLY OCT
•POLY SG •BOWED •DUAL
•FILTER-BASS •PIPE •SOLO
•PWM •CRYSTAL •ORGAN
•BRASS
Comentarios a estos manuales