
39
3. Parameteroverzicht
Referentiehandboek
CHET: Hier hoef je eigenlijk alleen nog de achternaam aan
toe te voegen om te weten welke Hollow-Body we bedoe-
len.
S-S-H: Drie elementen: de voorste twee zijn Single Coils en
de achterste is een Humbucker. Dit zorgt voor een fris
geluid van gitaren met actieve elektronica.
VARI (Variable): Ziehier de “zoek het zelf maar uit”-optie:
kies zelf de elementen van de denkbeeldige gitaar (2):
Humbucker, Single Coil, Piëzo of akoestisch. De plaatsing
van de elementen kunt u eveneens zelf bepalen.
PICKUP
Ziehier een schakelaar waarmee u de combinatie van de
voorhanden elementen kunt kiezen. (Het begint “grieze-
lig” virtueel te worden, vindt u niet?).
REAR: Enkel het achterste element.
C+R: Middenste en achterste element.
CENTER: Middelste element.
F+C: Voorste en middelste element.
FRONT: Voorste element.
F+R: Voorste en achterste element.
TONE [–50~+50]
Hiermee kunt u de helderheid van de pickup instellen.
Positieve waarden (+) zorgen voor een helderder geluid,
negatieve waarden (–) maken het doffer.
LEVEL [0~100]
Hiermee kiest u het volume van de elementen. De waarde
“0” betekent dat u een element niet hoort.
TYPE
Kies hier het benodigde type element.
SINGLE: Single Coil
DOUBLE: Double Coil
ACOUSTIC: Een “denkbeeldig” element dat als zodanig
niet bestaat, maar dat wel het tokkelgeluid in de verf zet.
PIEZO: De naam zegt het al.
MIC: Nog zo’n denkbeeldig “element” dat vóór een al
even denkbeeldige akoestische gitaar staat opgesteld (en
dus eigenlijk een microfoon is).
* Als u voor COSM GUITAR TYPE “ACOUSTIC” kiest, zijn “SIN-
GLE”, “DOUBLE” en “ACOUSTIC” niet beschikbaar.
PHASE
Wanneer u het voorste (FRONT) en achterste (REAR)
denkbeeldige element gebruikt, kunt u hier de fase van het
REAR-element in verhouding tot het FRONT-element
instellen.
IN: REAR heeft dezelfde fase als FRONT.
OUT: REAR heeft de tegenovergestelde fase. Dit werkt
enkel wanneer u ook daadwerkelijk twee elementen
gebruikt.
* De Phase-parameter van de FRONT-sectie is met zijn gelijknamige
collega van de REAR-sectie verbonden. Wanneer u de instelling van
de één wijzigt, gebeurt dit ook automatisch voor de ander.
POSITION [5~320 mm]
Hiermee bepaalt u de plaats waar u een element ‘mon-
teert’. De waarde staat voor de afstand ten opzichte van de
brug. Hoe groter de waarde, hoe verder van de brug u het
element dus monteert.
* Als u Pickup Type op “PIEZO” of “ACOUSTIC” zet, kunt u de
POSITION-parameter niet instellen.
ANGLE [–315~+315 mm]
Hiermee bepaalt u onder welke hoek u het element ten
opzichte van de snaren monteert. De waarde geeft aan hoe-
veel millimeter de positie van het element ter hoogte van
de zesde snaar afwijkt van de basispositie (ter hoogte van
de eerste snaar). Een positieve waarde (+) betekent dat het
element bij de zesde snaar verder van de brug af staat, een
negatieve (–) waarde betekent dat het element daar dichter
bij de brug staat. De waarde “0” betekent dat het element
zich in een rechte hoek ten opzichte van de snaren bevindt.
* Als u Pickup Type op “PIEZO” of “ACOUSTIC” zet, kunt u de
ANGLE-parameter niet instellen.
* ANGLE-waarden, die buiten het POSITION-bereik (5~320 mm)
vallen, kunt u niet kiezen. Voorbeeld: als u POSITION op “100” zet,
kunt u ANGLE maar binnen een bereik van “–95” en “+220” instel-
len.
POSITION ANGLE
Brug
1
2
3
4
5
6
Comentarios a estos manuales