
20
Effecten gebruiken
Een effect op alle Pads toepassen
Zo wordt het effect op alle Pads van banken A-J toegepast.
1. Zorg, dat [PATTERN SELECT] niet verlicht is. Als dit wel
verlicht is, drukt u op [PATTERN SELECT] om het uit te
zetten.
2. Terwijl u [EFFECT ASSIGN] ingedrukt houdt, drukt u op
[SUB PAD]. Alle bank knoppen en Pads zijn verlicht
(het huidige Pad knippert).
Als u terug wilt keren naar de status waarin het effect
alleen op het huidige effect wordt toegepast, houdt u
[EFFECT ASSIGN] opnieuw ingedrukt, en drukt u op [SUB
PAD], zodat alleen het huidige Pad knippert.
Het effect alleen aanzetten als u de
knop ingedrukt houdt (EFFECT GRAB)
Normaalgesproken wordt het effect aangezet als u op de
knop drukt, en uitgezet als u de knop nogmaals indrukt.
Als u [EFFECT ASSIGN] ingedrukt houdt, en op een effect
knop drukt (of [MFX]), zal het effect alleen in werking zijn,
terwijl u het in blijft drukken, en uitgeschakeld worden als u
het loslaat. Dit is handig als u een effect snel aan en uit wilt
zetten.
Over het effect tempo
Effect tempo modus
De parameters van sommige effecten, zoals de delay tijd
van een delay-type effect of BPM LOOPER, zullen met de
BPM van de sample worden gesynchroniseerd.
Standaard zijn deze ingesteld op synchronisatie met de BPM
van het huidige Pad. Als u echter [EFFECT ASSIGN]
ingedrukt houdt en op [PATTERN SELECT] drukt, zal het
effect aan het tempo van de patroon sequencer worden
gesynchroniseerd, ongeacht de BPM van het huidige Pad.
U kunt ook de standaard instelling na opstarten veranderen.
( ➜ ‘Effect Tempo Modus’ (p.63) in ‘Parameters waarvan
de standaard opstart instelling veranderd kan worden’).
Als u [EFFECT ASSIGN] ingedrukt houdt, en op [TAP TEMPO]
drukt, zal het effect tijdelijk aan het tempo van de patroon
sequencer gesynchroniseerd worden, en het patroon of de
effecten die een patroon hebben (* 1), zullen opnieuw
worden ingesteld (reset).
*1SLICER+FLG (A-13), STEP FILTER (B-13), STEP RING MOD
(B-14), BPM LOOPER (B-15).
Over de verlichte, uitgedoofde, en
knipperende effect knoppen
• Als het effect van het huidige Pad aan is, zal de knop
van het effect dat in gebruik is oplichten. (In het geval
van MFX, licht de [MFX] knop op).
• Als het effect van het huidige effect uit is, en het effect
voor een andere bron dan het huidige Pad wordt
aangezet (bijv. voor een ander Pad, EXT SOURCE,
USB AUDIO, D BEAM), zal de effect knop knipperen.
• Wanneer het effect voor alle bronnen wordt aangezet,
zullen de effect knoppen niet verlicht zijn (uitgedoofd).
Het eerder gebruikte effect controleren
Als u op [EFFECT ASSIGN] drukt, zal de knop van het eerder
gebruikte effect knipperen.
De parameters van het effect, dat u zult
gaan gebruiken, alvast instellen
Terwijl u [REMAIN] ingedrukt houdt, draait u aan de CTRL 1
– CTRL 3 knoppen om de parameters bij te stellen.
Vervolgens drukt u op een effect knop, en het effect wordt
toegepast met de parameterwaardes die u van tevoren heeft
ingesteld.
Effect Limit modus
Met gebruik van de Effect Limit modus kunt u voorkomen dat
onbedoeld harde geluiden door een effect worden
geproduceerd, dat feedback of resonanties gebruikt. Houd
[CANCEL] ingedrukt, en druk op [MFX]. De Limit modus is
ingeschakeld als ‘L.on’ in het scherm wordt weergegeven, en
uitgeschakeld als ‘L.oF’ in het scherm verschijnt.
Sommige effecten hebben geen Limit modus.
Dit staat uit op het moment dat u het apparaat aanzet.
Comentarios a estos manuales