
60
4. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
5. Druk op [F3] (MTR).
6. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
7. Druk op [F4] (PREF).
8. Druk op [ ↑ ] of [ ↓ ] om ÒAudioSelÓ te selecteren.
9. Selecteer ÒADATÓ met de VALUE dial.
* ÒDA-88Ó kan niet geselecteerd worden.
10. Druk op [ ↑ ] of [ ↓ ] om ÒClockSelÓ te selecteren.
11. Selecteer ÒRMDBÓ met de VALUE dial.
Ingangssignalen van de RMDB II-connector
toewijzen aan de kanalen
1. Druk op [EZ ROUTING].
2. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
3. Druk op [F1] (IN).
4. Druk op [ → ] om ÒCh**=Ó te selecteren (waarbij ** het
kanaalnummer is).
5. Selecteer ÒTR01Ó-ÓTR08Ó met de VALUE dial (RMDB II
DIGITAL INPUT)
De DIF-AT instellen
1. Druk op [LEVEL METER].
2. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
3. Druk op [F3] (MTR).
4. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
5. Druk op [F4] (PREF).
6. Selecteer de parameter met [ ↑ ] of [ ↓ ].
7. Wijzig de waarde met de VALUE dial.
Sporen plaatsen op een digitale mmersporen-
recorder in Ready (record standby) mode
1. Druk op [LEVEL METER].
2. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
3. Druk op [F3] (MTR).
4. Druk op [SELECT] op de kanalen 1-8 om de sporen van de
meersporenrecorder die gebruikt worden voor de opname,
te selecteren. De [SELECT]-knoppen van de geselecteerde
opnamesporen lichten op.
Play en Stop van een digitale meersporen-
recorder aansturen
1. Druk op [SYSTEM].
2. Druk op [F1-F4 ON/OFF]. De functies verschijnen in de
display.
3. Druk op [F2] (MIDI).
4. Druk op [ ↓ ] om ÒTransportÓ te selecteren.
5. Selecteer ÒRECORDERÓ met de VALUE dial.
6. Druk op de transportknoppen, zoals [PLAY] en [STOP]. Zo
kan u de digitale meersporenrecorder die aangesloten is op
de DIF-AT, aansturen.
* MMC-commandoÕs (DEFERRED PLAY, STOP) worden
verzonden via de MIDI OUT/THRU-connector.
Comentarios a estos manuales