
42
Verscheidene instellingen
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Deze instelling specificeert de MIDI-kanalen via welke de RP201 ver-
zendt.
MIDI gebruikt zestien ‘MIDI-kanalen’, genummerd 1 tot 16. Door
MIDI-apparaten aan te sluiten en de geschikte MIDI-kanalen voor elk
apparaat te specificeren, kunt u geluiden spelen of selecteren vanaf
deze apparaten.
De RP201 ontvangt alle zestien kanalen (1-16).
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function
mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Ch’ te selecteren.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
Op ‘Off’ ingesteld zal de data die beschrijft wat u op het klavier
speelt niet worden verzonden.
Voor details over het aansluiten van MIDI-apparaten vindt u bij
‘Aansluiten op MIDI-apparaten’ (p.47).
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Wanneer Composer MIDI Out op ‘On’ staat, kunt u uitvoering data
die met de RP201 is opgenomen naar een aangesloten MIDI-appa-
raat of een computer sturen.
1. Houd de [Song]-knop ingedrukt en druk op de
[Metronome]-knop.
‘Fnc’ wordt in het scherm getoond, en u bevindt zich in de Function
mode.
2. Druk op de [Others]-knop en houd deze ingedrukt, en
gebruik de [-] [+]-knoppen om ‘Out’ te selecteren.
3. Laat de [Others]-knop los om de huidige instelling te
bekijken.
4. Gebruik de [-] [+]-knoppen om de instelling te
veranderen.
5. Druk op de [Song] of [Metronome]-knop om de Function
mode te verlaten.
Instelling Uitleg
Local Control is op ON ingesteld.
Het klavier en de Recorder zijn met de interne
geluidsgenerator verbonden.
Local Control is op OFF ingesteld.
Het klavier en de Recorder zijn niet met de interne
geluidsgenerator verbonden. Als het klavier wordt
bespeeld of een song wordt afgespeeld, zal er geen
geluid worden geproduceerd.
MIDI-zendkanaal instellingen (MIDI
Transmit Channel)
Instellingen (kanaal)
OFF, 1–16
Opgenomen uitvoering data naar een MIDI-
apparaat sturen (Composer MIDI Out)
Instelling Uitleg
Uitvoerings-data wordt verzonden.
Uitvoerings-data wordt niet
verzonden.
Comentarios a estos manuales