
46
Bewerkfunctie (EDIT)
Regelaarinstellingen
U kunt aan een regelaar de volgende functies toewijzen.
* Voer na het wijzigen van de regelaarinstellingen indien nodig het “SAVE” (p. 148) commando uit. Als u
zonder het “SAVE” commando uit te voeren de stroomtoevoer uitschakelt, gaan uw wijzigingen verloren.
Er is tevens een kopieerfunctie beschikbaar. Zie “TOEWIJZING KOPIËREN” (p. 67) voor de
procedure.
* Voor NOOT, NASLAG, CONTROLEWIJZIGING, PROGRAMMAWIJZIGING, RPN, NRPN en
SYSTEM Ex. is het meest rechtse teken (derde plek) in het beeldscherm een cijfer, dat de functie aangeeft
(basisfunctie of geavanceerde functie).
* Zie “SYS EX. TOEWIJZING” (P. 60), als u een systeembericht van één enkele byte (systeem realtime
bericht, stemverzoek) of een vrij aangegeven bericht van maximaal 24 bytes wilt toewijzen.
NOTE
“NOOTTOEWIJZING” (p. 47)
AFTERTOUCH
“NASLAGTOEWIJZING” (p. 49)
CONTROL CHANGE
“CONTROLEWIJZIGING TOEWIJZING”
(p. 52)
PROGRAM CHANGE
“PROGRAMMAWIJZIGING TOEWIJZING”
(p. 55)
RPN
“RPN/NRPN TOEWIJZING” (p. 58)
NRPN
“RPN/NRPN TOEWIJZING” (p. 58)
SYSTEM Ex.
“SYS EX. TOEWIJZING” (p. 60)
TEMPO
“TEMPOTOEWIJZING” (p. 66)
NO ASSIGN
“GEEN TOEWIJZING” (p. 66)
Het verschil tussen de basisfunctie en de geavanceerde functie
Elke toewijzing kan in de basisfunctie of de geavanceerde functie worden gemaakt.
Gebruik de functie, die voor uw doeleinde geschikt is.
•Basisfunctie U kunt op gemakkelijke wijze, met het minimale aantal stappen,
toewijzingen doen.
•Geavanceerde functie Er is een grotere hoeveelheid stappen nodig, maar u kunt meer
parameters instellen en meer verfijnde toewijzingen doen.
Comentarios a estos manuales