
131
Hoofdstuk 9: MIDI-functies
9
Via de pads externe instru-
menten aansturen
De TD-8 biedt ook een tweetal parameters waarmee u kunt
zorgen dat de pads optimale MIDI-data naar een sequencer
of externe module zenden.
Bij gebruik van een externe module hoort u bij het slaan
op een pad niet alleen de gekozen TD-8-klank, maar ook
een noot van een externe module.
Verbind de MIDI OUT-connector van de TD-8 met de MIDI
IN-aansluiting van het ontvangende instrument:
MIDI-nootnummers voor de pads
Aan elke pad kunt u een nootnummer toewijzen dat wordt
gehanteerd voor het verzenden van de MIDI–data wanneer u
op de betreffende pad slaat. Dit laat toe om bv. een gesam-
pelde Snare e.d. aan te sturen. Het verdient aanbeveling om
aan elke pad een ander nootnummer toe te wijzen.
1. Druk op [KIT]→ [F1 (INST)]→ [F2 (EDIT)]→ [F3 (MIDI)].
[KIT] licht op en het display beeldt de volgende pagina
af:
2. Sla op een pad. De hiervoor gekozen instellingen worden
nu afgebeeld.
3. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “NOTE NUM-
BER”.
4. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf het
nootnummer (nootnaam).
NOTE NUMBER: 0 (C -1)~127 (G 9)
Als u eerst graag kijkt welke nootnummers er voorge-
programmeerd zijn, zie dan “Nootnummers van de
TRIGGER INPUTs” op blz. 159.
In het geval van de HiHat hoeft u enkel de noot voor de
open HiHat-klank in te stellen (bij levering is dat “46
(A#2)”). De noten voor de pedaal- en gesloten klank
worden dan automatisch gekozen.
Voorbeeld:
Als u voor de open HiHat “44” kiest, dan veranderen
ook de nootnummers van de pedaal- en de gesloten
HiHat met twee stappen (twee nootnummers lager).
Werken met een overzicht
Omdat het toewijzen van nootnummers voor een goed func-
tioneren van de MIDI-communicatie uiterst belangrijk is,
kunt u ook een overzicht oproepen waar de nootnummers
van alle pads en pedalen worden afgebeeld.
1. Druk op [KIT]→ [F1 (INST)]→ [F2 (EDIT)]→ [F3 (MIDI)].
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “NOTE NUM-
BER”.
3. Druk op [F3 (LIST)]. Het display ziet er nu als volgt uit:
Als u voor twee of meer pads hetzelfde nootnummer
kiest, wijst een sterretje ( ) u daarop. Dit is geen goed
idee, omdat u dan met deze pads dezelfde klank/dezelf-
de noot speelt.
4. Sla op een pad. De cursor springt nu naar de regel van
deze Pad.
U kunt de pads ook met CURSOR [
▲
] of [
▼
] en [TRIG
SELECT] selecteren.
5. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf het
gewenste nootnummer in.
MIDI-module
MIDI IN MIDI OUT
TD-8
Comentarios a estos manuales