
95
Hoofdstuk 5: Werken met patronen
5
Patroon in Realtime
opnemen
Eigen (User) patronen kunt u opnemen door op de pads te
spelen of door MIDI-data naar de TD-8 te zenden (bv. vanuit
een sequencer, toetseninstrument, MIDI-gitaar enz.). Omdat
alles wordt opgenomen zoals u het speelt, noemen we dit de
Realtime-opname. Tijdens de opname via de pads houdt de
sequencer ook rekening met de bewegingen van het HiHat-
pedaal en met de plaats waar u op een pad slaat (indien de
betreffende ingang en pad dit toelaat).
OPGELET
• Het “roeren” van de Brushes en Chokes (blz. 39) wor-
den niet opgenomen. U kunt het Brush-spel echter in de
vorm van MIDI-data naar een externe sequencer zenden
door de “MIDIbrsh” Drum Kit te kiezen.
• Er zijn weliswaar 100 User-patronen, maar die putten
allemaal uit hetzelfde geheugen. Als verschillende patro-
nen dus erg veel noten bevatten, gebeurt het soms dat u
de 100 niet haalt.
Het HiHat-spel omvat meer data dan u misschien zou
denken. Zo wordt elke positieverandering van het
pedaal bv. opgenomen, terwijl ook de slagpositie gere-
gistreerd wordt. Eén en ander betekent dat u soms meer
data opneemt dan eigenlijk nodig. Die kunt u echter fil-
teren. Zie hiervoor “MIDI-commando’s voor de specifie-
ke TD-8-functies” op blz. 140.
Op blz. 118 komt u te weten hoe u de resterende geheu-
gencapaciteit kunt controleren.
Werkwijze voor de opname
De volgende stappen gelden zowel voor de opname via de
pads als voor het gebruik van een extern MIDI-instrument.
1. Kies een leeg patroon
1. Druk op [PATTERN] en [F3 ( MENU)] om een popup-
menu op te roepen.
2. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf of
CURSOR [
▲
]/[
▼
] “NEW”.
3. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken. De TD-8
selecteert nu automatisch het eerste vrije geheugen.
OPGELET
Als alle User-patronen al data bevatten, is NEW niet
beschikbaar. Zie dan “Wissen van patronen (DELETE)”
op blz. 101 om een overbodig patroon te wissen.
2. Maatsoort, aantal maten en tempo
1. Druk op [PATTERN] en op [F3 ( MENU)]. [PAT-
TERN] licht op en het display beeldt een popup-menu af.
2. Druk op [DEC/–], of gebruik de VALUE-schijf of CUR-
SOR [
▲
] om de cursor naar “FUNC” te brengen.
3. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken.
4. Druk op [F1 (SETUP)]. Het display ziet er nu als volgt
uit:
5. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar de parame-
ter die u wilt instellen.
6. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gewenste waarde in.
TIME SIGNATURE (maatsoort): 1~13 / 2, 4, 8, 16
OPGELET
Wanneer u als nootwaarde “16” (zestiende noten) kiest,
kunt u de teller niet op 1~3 zetten. Bovendien zijn ook 1/
8 maten niet mogelijk.
LENGTH (aantal maten): Als u “Replace” als opname-
methode (blz. 96) kiest, stopt de opname pas wanneer u
op [PLAY/STOP] drukt. In dat geval hoeft u deze para-
meter dus niet in te stellen. In de overige gevallen
bepaalt u hiermee de lengte van het patroon.
(1~99 maten)
Als u het spel op de pads opneemt, hebt u stap 3 en 4
hieronder niet nodig.
3. Kies een MIDI-kanaal
Zorg er tevens voor dat het MIDI-klavier op het kanaal
zendt dat u hier voor de benodigde Part kiest. Elke Part
heeft zijn eigen MIDI-kanaal. Aanvankelijk zijn dat:
Om een ander MIDI-kanaal te kiezen moet u op [SETUP]
en vervolgens op [F2 (MIDI)] drukken. Zie “MIDI-kana-
len voor de Parts kiezen” op blz. 133.
Part MIDI-kanaal
Drum Kit 10
Percussion Part 10
Part 1 1
Part 2 2
Part 3 3
Part 4 4
Comentarios a estos manuales