
96
Hoofdstuk 5: Werken met patronen
4. Kies een instrument
Zie hiervoor “Parts editen” op blz. 89.
5. Kies de opnamemethode (REC Mode)
1. Druk op [PATTERN] en vervolgens op [REC]. [REC]
licht op en de [PLAY/STOP]-knop begint te knipperen.
In het display ziet u nu “REC STANDBY”, terwijl de
metronoom al in de maat zit te tikken.
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar “REC
MODE”
3. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
benodigde opnamemethode:
LOOP ALL: Het hele patroon wordt voortdurend her-
haald, zodat u een partij laag voor laag kunt opnemen.
Alle gespeelde noten worden onthouden.
LOOP 1, LOOP 2: Ook hier wordt het patroon tijdens de
opname herhaald. Ditmaal gaat het echter enkel om 1 of
2 maten.
REPLACE: De opname gaat zo lang door tot u ze met
[PLAY/STOP] stopt. Als het patroon al data bevatte,
worden die tijdens de opname weer gewist. Bovendien is
het modelijk dat het patroon achteraf langer is.
6. Stel het tempo in.
Druk op [TEMPO] als u het in stap 2 gekozen tempo tij-
dens de opname niet wilt hanteren. U kunt ook een veel
trager tempo kiezen, als u de betreffende partij op het
uiteindelijke weergavetempo niet gespeeld krijgt. Het
hier gekozen tempo wordt maar tijdelijk gebruikt en niet
opgeslagen.
1. Druk op [TEMPO]. Deze knop licht op en het display ziet
er als volgt uit:
2. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf het
gewenste opnametempo in.
3. Druk nog een keer op de [TEMPO]-knop. De “TEMPO”-
pagina verdwijnt nu weer.
7. Opname
1. Druk op [PLAY/STOP] om de opname te starten. Deze
knop licht op (knippert niet meer) en de opname begint.
Tijdens de opname ziet het display er als volgt uit:
2. Speel op de pads of op het MIDI-klavier e.d. om uw par-
tij op te nemen.
3. Druk op [PLAY/STOP] als u klaar bent. De [PLAY/
STOP]- en [REC]-knop doven nu weer.
REC Rehearsal: eerst even
oefenen
Met de Rehearsal-functie kunt u tijdens de opname van een
patroon zorgen dat de TD-8 even geen rekening houdt met
wat u speelt en het dus niet opneemt. Op die manier kunt u
een loopje of figuurtje even oefenen zonder de opname te
stoppen.
1. Start de Realtime-opname (blz. 95).
2. Druk tijdens de opname op [REC]. Deze knop knippert
nu en het display beeldt de REC REHEARSAL-pagina af:
Dit betekent dat alles, wat u nu speelt, niet wordt opge-
nomen.
3. Druk nog een keer op [REC] om het ingestudeerde frag-
ment op te nemen.
Realtime Erase: data tijdens de
opname wissen
Met name wanneer u een Loop-opnamemethode gekozen
hebt, kan het gebeuren dat u hier en daar een noot teveel
opneemt. Die kunt u dan al tijdens de opname weer wissen.
1. Start de Realtime-opname (blz. 95).
OPGELET
Kies voor REC MODE “LOOP ALL”, ”LOOP 1” of
”LOOP 2”.
2. Druk, tijdens de opname op [SHIFT] + [REC]. Het dis-
play ziet er nu als volgt uit:
3. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “PART”.
4. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
Part waarvan u data wilt wissen.
PART: KIT, PERC, PART1, PART2, PART3, PART4
5. Breng de cursor met CURSOR [
▼
] naar “ERASE”.
6. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf het te
wissen datatype.
ERASE: ALL, NOTE, BEND, CC
Comentarios a estos manuales