8
Fransche letteren
‘Les rafales’
door J.H. Rosny ainé
DE koortsigheid en het geroezemoes van de heftig-bewogen 19
de
eeuw stoorden
's menschen innerlijk evenwicht. Het leven verloor zijn diepte en verstrakte in de
oppervlakkigheid van materieele bekommeringen. De literatuur uit die troebele
dagen verloor zich in de eenzijdige uiterlijkheid van het uiteengeschokt
maatschappelijk leven.
Natuurlijk kwam de reactie. Tijden volgden van angstvallig-verscherpte,
doodloopende psychologische ontleding of abstract symboliseeren, die toch de
echte levensvolheid niet grijpen en vastleggen konden.
Stilaan groeit nu in den mensch het verlangen naar eenheid en evenwicht, naar
verdieping en verinnerlijking van het leven. Het bewustzijn rijst sterker in ons.
Bij de lezing van het boek ‘Les Rafales’, moest ik herhaaldelijk denken aan de
karakteristieke woorden van Henry Bataille, den dramaturg, grootsch van ontroerende
simpelheid en schrijnend fijne sensibiliteit: ‘le monde intérieur, le monde extérieur,
leurs relations et leurs positions respectives, voilà la grande réalité’. Dit noemt hij
de essentie en het genie van de ware theater-kunst. Ik aarzel niet deze gedachte
ook tot grondslag te stellen van Rosny's laatstverschenen werk. 't Is deze subtiele,
maar toch stevige eenheid, deze intense samengang van de innerlijke beschouwing
met de uiterlijke opmerking, die ‘Les Rafales’ zoo gaaf, zoo levenswaar en
diep-menschelijk maken. J.H. Rosny ainé paart een rake, scherpe opmerkingsgave
aan een fleurige verbeelding en ragfijne levensaanvoeling. Elke persoon leeft niet
alleen uiterlijk, maar wij voelen de ziel, wij zien den achtergrond van alle
levensgebeuren.
‘Mme Lérande entendait la vieille (de meid Catherine) sans l'écouter. Elle
se figurait toute espèce de choses brusques et sournoises, qui prenaient
le relief de la réalité, car elle avait un cerveau où les images l'emportaient
sur les pensées. Flexible et incohérente, elle se débattait contre les
circonstances à la manière ingénue d'un rouge-gorge. On aurait pu la
croire désarmée. Elle ne l'était point: l'optimisme et l'énergie lui créaient
des ressources. Sa finesse comportait un peu de ruse, mais guère de
logique ni de calcul. Elle avait pour ses enfants l'amour simple de la mère
hibou’.
‘Ses yeux (deze van een schuldeischer), qui ressemblaient à des raisins
noirs, se fixèrent lourdement sur le visage de Mme Lérande.
- C'est pour la petite note.
Elle le savait et, tremblante, considérait l'homme maigre, en proie à cette
humilité rancuneuse que fait naître la présence des créanciers. Lui gardait
l'attitude sourde, nuancée de menace et prête aux sourires de ceux qui
détiennent la force, mais appréhendent la ruse’.
‘Elle (Catherine) n'est plus une servante, elle est une créancière: on lui
doit trois cents francs; un mot dur la rendrait redoutable. Adrienne refrène
son humeur qui'est vive, et sans traiter la vieille à égalité (ce serait
maladroit, l'âme de Catherine est foncièrement ancillaire), du moins
Den Gulden Winckel. Jaargang 12
Comentarios a estos manuales